Nieuwe systeemverbeteraars in ons netwerk!
Artikelen
Gepubliceerd op 23 mei 2024
Sociaal ondernemerschap is niet een onderwerp voorbehouden aan gemeentelijk, provinciaal of nationaal bestuursniveau. Juist op Europese niveau speelt er veel. Een goed voorbeeld is het Social Economy Action plan. Dit is een stevig beleidsdocument van de Europese Commissie om de sociale economie, waar sociaal ondernemerschap onderdeel van is, de komende 10 jaar te versterken.
Verkozen vertegenwoordigers, de Europarlementariërs, kunnen invloed uitoefenen op de ontwikkeling van programma’s, aanbestedingen, bedrijvenbeleid en regelgeving. Voor de grote opgaven waar onze samenleving voor staat is een overkoepelend orgaan zoals de Europese Unie keihard nodig. Het is jammer om te zien dat enkel de Partij voor de Dieren sociale ondernemingen expliciet benoemd in haar verkiezingsprogramma. Toch zitten er in veel programma’s ambities op onderwerpen die raken aan sociaal ondernemerschap. We zetten de belangrijkste onderwerpen op een rijtje.
Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen of ‘IMVO’ zijn richtlijnen die zijn opgesteld voor bedrijven om meer maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Dit bevat het rekening houden met mensenrechten, werkomstandigheden en milieu. Deze richtlijnen komen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Inmiddels heeft de Europese Unie de grootste bedrijven verplicht om duurzaamheidsrapportages en plannen te maken, met de CSRD- en CSDDD-wetgeving. Dit is een stap in de goede richting. Maar voor echte impact zou maatschappelijk ondernemen de norm moeten zijn voor alle ondernemingen.
D66, SP, PvdD, CU, PvdA-GL en SGP benoemen stuk voor stuk dat zij IMVO op Europees niveau geregeld willen zien worden. De mate waarop dit moet komen verschilt. Het meest concreet en grondig beleid komt van PvdA-GL. De partij pleit voor een zorgplicht voor bedrijven om binnen de grenzen van onze planeet te opereren. Dit strekt zich uit tot een diepgaande verantwoordelijkheid over de hele waardeketen, met strikte sancties voor niet-naleving.
“Bedrijven die op de EU-markt actief zijn moeten onderzoeken wat de impact is van hun waardeketen op mensen- en arbeidsrechten, natuur en klimaat, anti-corruptie en bestuur. Misstanden dienen zij aan te pakken.” (p.60 verkiezingsprogramma PvdA-GL).
De SP wil Europese wetgeving die bedrijven verplicht om negatieve effecten op mensenrechten en het milieu in het buitenland te voorkomen naar voorbeeld van de OESO-richtlijnen. De SP stelt verder dat Nederlandse wetgeving rondom IMVO de Europese wetgeving moet aanvullen wanneer deze ontoereikend blijkt.
Het CDA wil zien dat IMVO de norm gaat worden voor ondernemen, maar wel “zonder onnodige verzwarende rapportageverplichtingen”. Dit is opmerkelijk, aangezien IMVO juist draait om het zichtbaar maken van (negatieve) impact.
Investeringsbeleid
Eén van de meest invloedrijke beleidsinstrumenten die de Europese Unie heeft, is haar investeringsbeleid. Neem bijvoorbeeld NextGenerationEU, een herstelplan ingericht na covid-19. Hierin wordt voor ruim 800 miljard euro aan investeringen begroot. Bedragen van deze orde kunnen echt het verschil maken in de transitie naar de impact economie.
PvdA-GL wil de Europese Investeringsbank (EIB) een sleutelrol geven in de ecologische transitie. Ze wil dat de EIB meer kapitaal tegen lage rentes beschikbaar stelt voor groene investeringen. Ook is het opvallend dat PvdA-GL specifiek burgercollectieven wil bevorderen.
“Ruim baan voor burgercollectieven. We maken de EU tot bondgenoot van burgers die de schouders zetten onder de ecologische transitie. In lijn met de wetgeving over energiegemeenschappen verplichten we lidstaten om ruim baan te geven aan burgercollectieven, van mobiliteits- tot voedselcoöperaties”.
(p.32 verkiezingsprogramma PvdA-GL).
D66 wil net als PvdA-GL financieel beleid gebruiken in de duurzaamheidstransitie.
Hoofdzakelijk wil D66 minder afhankelijkheid van traditionele banken en zouden financiële instellingen klimaat- en milieurisico’s moeten meewegen in hun investeringsbeleid.
De SGP ziet de kansen voornamelijk bij het mkb, start-ups en familiebedrijven. Zo wil de partij kansen creëeren door hen betere toegang te geven tot investerings- en innovatiefondsen, zoals Horizon Europe.
True Pricing
Europa is als economische zone één van de meest welvarende en succesvolle markten. Deze economische voorspoed gaat in sommige gevallen helaas gepaard met externe effecten, zoals klimaatvervuiling of financiële uitbuiting. Eerlijke prijzen of true pricing is het doorbereken van negatieve externaliteiten op bijvoorbeeld natuur of de samenleving, door de verborgen kosten in rekening te brengen. Échte prijzen dus. Sociaal ondernemerschap en het concept van true pricing zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Allebei streven zij naar een eerlijke en duurzame economie. Sociale ondernemingen richten zich op maatschappelijke waarde bij te dragen, en true pricing voornamelijk een prijskaartje te geven aan externaliteiten.
Opvallend is dat true pricing relatief vaak wordt benoemd in de verkiezingsprogramma’s. CDA, PvdA-GL, D66, CU en de PvdD benoemen het concept allemaal.
PvdA-GL en de ChristenUnie hameren op eerlijke prijzen bij voedselproductie. Zo wil PvdA-GL supermarkten verplichten om steeds meer van hun producten uit duurzame bronnen te halen en ondersteunen lange termijn prijsafspraken om boeren die willen verduurzamen zekerheid te bieden. De ChristenUnie wil dat de vervuiler betaalt en dat dit niet doorberekend wordt aan de consument.
“Het uitgangspunt is: de vervuiler betaalt. Bedrijven kunnen geen winst maken ten koste van de natuur. Vervuilend gedrag wordt ontmoedigd, niet alleen voor bedrijven binnen de Unie, maar ook voor bedrijven die toegang tot de Europese markt willen krijgen.” (p.37 verkiezingsprogramma CU).
Het verkiezingsprogramma van D66 gaat specifiek in op fossiele subsidies en vrijstellingen. De partij vindt dat dit zo snel mogelijk afgebouwd moet worden en het geld dat hierdoor vrijkomt zou moeten gaan naar subsidies voor innovatie. Opmerkelijk is dat alleen D66 benoemt waar de inkomsten van true pricing naar toe zouden moeten gaan.
Duurzaam en sociaal aanbesteden
De begroting voor de Europese Unie in 2024 bedraagt 189 miljard euro. Door middel van inkopen en aanbesteden heeft de EU een directe manier om impact te maken. Daarnaast heeft de Europese Unie een voorbeeldrol. Door te laten zien hoe doelmatig en succesvol duurzaam aanbesteden eruit ziet, kan de EU de individuele lidstaten aanmoedigen om hetzelfde te doen. Net als op de andere thema’s weten vooral de linkse en confessionele partijen dit onderwerp goed te agenderen. Ook zien we van de VVD ambities op dit onderwerp.
Zo wil de partij Europese ondernemingen behoeden voor oneerlijke concurrentie van ondernemingen uit derde landen, door hen te houden aan dezelfde duurzaamheidseisen die gelden voor ondernemingen in de EU. Verder zouden de aanbestedingsregels voor duurzame projecten volgens de partij juist versoepeld moeten worden, innovatie zou zo snel mogelijk van de grond moeten komen met het oog op de klimaatdoelstellingen.
De SP benadrukt dat aanbestedingen vaker om kwaliteit, betrouwbaarheid en duurzaamheid moeten draaien, en is kritisch op de verplichte Europese aanbestedingen van sociaal belangrijke diensten, zoals thuis- en jeugdzorg. Volgens de Partij voor de Dieren moet er bij Europese aanbestedingen altijd gekozen worden voor duurzame, diervriendelijke en sociale bedrijven, en niet enkel voor de laagste prijs. Een mooie ambitie voor impact first bedrijven dus!
Europa is en blijft een onmisbaar bestuursniveau voor het ondersteunen van de beweging van sociaal ondernemers vanwege haar slagkracht. De Europese Unie kan door middel van beleidsinitiatieven zoals het Social Economy Action Plan en duurzaam aanbesteden aanzienlijke veranderingen behalen.
In conclusie blijkt dat voornamelijk linkse, confessionele en centrum partijen zich willen inspannen voor onderwerpen die cruciaal zijn voor sociaal ondernemers. Partijen zoals PvdA-GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, CDA en D66 profileren zich duidelijk als voorstanders van een transitie naar een duurzamere en eerlijkere economie. Het is opvallend en teleurstellend dat NSC en Volt weinig aandacht besteden aan deze onderwerpen. Op enkele uitzonderingen na schrijft de rechterkant van het politieke spectrum nog nauwelijks over deze maatschappelijke thema’s.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief!