Nieuws
Kennisland: hoe kunnen we sociale innovatie door bottom up-initiatieven versnellen?
Kennisland publiceerde afgelopen week Accelerating Amsterdam’s Assets, een document met zes oplossingsrichtingen om bottom up- initiatieven een integraal onderdeel uit te laten maken van het beleid en bestuur binnen de stad. Ook social enterprises ku.
Gepubliceerd op 8 april 2014
Kennisland publiceerde afgelopen week Accelerating Amsterdam’s Assets, een document met zes oplossingsrichtingen om bottom up- initiatieven een integraal onderdeel uit te laten maken van het beleid en bestuur binnen de stad. Ook social enterprises kunnen worden gerekend onder deze infinitieven en zijn een mooi voorbeeld van het probleemoplossend vermogen van de inwoners van de stad.
Amsterdam heeft in veel opzichten het optimale klimaat om de ‘participatiesamenleving’ te laten bloeien. De geografische ligging, de grootte en de betrokkenheid van haar inwoners. De gemeente is zich weliswaar steeds bewuster van het aanwezige kapitaal in de stad - denk bijvoorbeeld aan de Mayors Challenge, waarbij het stadsbestuur oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken heeft laten crowdsourcen. Maar de lokale overheid blijkt nog onvoldoende in staat om deze chaotische en ongeorganiseerde beweging van burgerinitiatieven te stimuleren en de ruimte te bieden die nodig is om ook aan de toekomstige grootstedelijke uitdagingen als jeugdwerkloosheid, eenzaamheid en milieuvervuiling het hoofd te kunnen bieden. De sociale innovatie, die vorm krijgt in o.a. deze buurtinitiatieven en social enterprises vereist een naar buiten gericht, flexibel en faciliterend (versus controlerend en sturend) stadsbestuur.
De publicatie van Kennisland Accelerating Amsterdam’s Assets (AAA) - geschreven in opdracht van Economische Zaken en de Amsterdam Economic Board –presenteert zes oplossingsrichtingen met het doel om stadsbreed met elkaar over de samenwerking tussen gemeenten en burgerinitiatieven in gesprek te gaan om zo daadwerkelijk de kracht van Amsterdam optimaal te benutten.
De aanbevelingen in het kort:
Deze aanbevelingen vragen een tamelijk fundamentele omwenteling in een bestuurlijke omgeving die wordt gedomineerd door bureaucratie. De kern van het betoog in AAA is dat de sociale, bottom up-innovatie een integraal onderdeel zou moeten zijn van het beleid en bestuur in de stad. Een van de obstakels is de kloof tussen bestuur en burger. Om het probleemoplossend vermogen van burgers optimaal te benutten moeten er bruggen geslagen worden tussen de private, publieke en academische sectoren en de civil society, de burgermaatschappij, waar ook de social enterprises een voorbeeld van zijn. Dat betekent afscheid nemen van het gebruikelijke Triple Helix-model (Academia, Private sector en Overheid) en ruimte maken voor een vierde groep: de burger. Het stuk maakt, geholpen door voorbeelden uit de wereld en de geschiedenis van de stad, duidelijk dat de uitdagingen waar we de komende decennia voor staan (jeugdwerkloosheid en zorgkosten, om er eens een paar te noemen) alleen kunnen worden aangegaan door een samenspel van alle vier de poten van de helix. Je hebt slimme burgers nodig om het water buiten te houden. Dat wisten ze in de zeventiende eeuw ook al.
De publiciatie gaat in op diverse nationale- en internationale initiatieven om bottom up -projecten te ondersteunen, waaronder Social Enterprise NL. Ook social enterprise Fairphone, Thuisafgehaald en worden uitgelicht als voorbeeld van sociale innovatie.
Lees hier de publicatie
Bron: Kennisland
Lees ook: 'De social enterprise als businesspartner van de gemeente'
Amsterdam heeft in veel opzichten het optimale klimaat om de ‘participatiesamenleving’ te laten bloeien. De geografische ligging, de grootte en de betrokkenheid van haar inwoners. De gemeente is zich weliswaar steeds bewuster van het aanwezige kapitaal in de stad - denk bijvoorbeeld aan de Mayors Challenge, waarbij het stadsbestuur oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken heeft laten crowdsourcen. Maar de lokale overheid blijkt nog onvoldoende in staat om deze chaotische en ongeorganiseerde beweging van burgerinitiatieven te stimuleren en de ruimte te bieden die nodig is om ook aan de toekomstige grootstedelijke uitdagingen als jeugdwerkloosheid, eenzaamheid en milieuvervuiling het hoofd te kunnen bieden. De sociale innovatie, die vorm krijgt in o.a. deze buurtinitiatieven en social enterprises vereist een naar buiten gericht, flexibel en faciliterend (versus controlerend en sturend) stadsbestuur.
De publicatie van Kennisland Accelerating Amsterdam’s Assets (AAA) - geschreven in opdracht van Economische Zaken en de Amsterdam Economic Board –presenteert zes oplossingsrichtingen met het doel om stadsbreed met elkaar over de samenwerking tussen gemeenten en burgerinitiatieven in gesprek te gaan om zo daadwerkelijk de kracht van Amsterdam optimaal te benutten.
De aanbevelingen in het kort:
- Creëer gemeentebeleid rond sociale innovatie door bottom up-initaieven op te nemen in de innovatieagenda van de gemeente
- Bouw sterkte netwerken waar men kan leren, kennis kan delen en kan netwerken rondom vormen van sociale innovatie
- Faciliteer mogelijkheden voor onderzoek en ontwikkeling naar nieuwe technologieën die het zelforganiserend vermogen van burgerinitiatieven versterkt en de maatschappelijke impact vergroot
- Ontwikkel nieuwe manieren om financiering te verkrijgen om bottom up-initiatieven van de grond te krijgen
- Maak beleidmakers bekend met de sector van sociale bottom up-initiatieven door het ontwikkelen van leerprogramma’s rondom dit thema
- Versterk de sociale innovatie sector door het erkennen van het belang ervan voor de stad en ontwikkel onderzoek- en leerprogramma zodat het kan worden geïmplementeerd in Master-programma’s.
Deze aanbevelingen vragen een tamelijk fundamentele omwenteling in een bestuurlijke omgeving die wordt gedomineerd door bureaucratie. De kern van het betoog in AAA is dat de sociale, bottom up-innovatie een integraal onderdeel zou moeten zijn van het beleid en bestuur in de stad. Een van de obstakels is de kloof tussen bestuur en burger. Om het probleemoplossend vermogen van burgers optimaal te benutten moeten er bruggen geslagen worden tussen de private, publieke en academische sectoren en de civil society, de burgermaatschappij, waar ook de social enterprises een voorbeeld van zijn. Dat betekent afscheid nemen van het gebruikelijke Triple Helix-model (Academia, Private sector en Overheid) en ruimte maken voor een vierde groep: de burger. Het stuk maakt, geholpen door voorbeelden uit de wereld en de geschiedenis van de stad, duidelijk dat de uitdagingen waar we de komende decennia voor staan (jeugdwerkloosheid en zorgkosten, om er eens een paar te noemen) alleen kunnen worden aangegaan door een samenspel van alle vier de poten van de helix. Je hebt slimme burgers nodig om het water buiten te houden. Dat wisten ze in de zeventiende eeuw ook al.
De publiciatie gaat in op diverse nationale- en internationale initiatieven om bottom up -projecten te ondersteunen, waaronder Social Enterprise NL. Ook social enterprise Fairphone, Thuisafgehaald en worden uitgelicht als voorbeeld van sociale innovatie.
Lees hier de publicatie
Bron: Kennisland
Lees ook: 'De social enterprise als businesspartner van de gemeente'
Locatie:
Herengracht 505
1017BV
Meld je aan voor onze nieuwsbrief!